Netwerk cultuur Tienen realiseert videofilm over Tweede Wereldoorlog

Een film van drie uren over dit onderwerp, dat hou je toch niet vol om daar naar te kijken?

“Dat dachten wij ook al, maar daar is een oplossing voor gevonden. Later meer hierover. De idee rond een overzichtstentoonstelling over feiten uit voor, tijdens en vlak na de oorlog was natuurlijk prima, maar we werden ook overrompeld met vragen van scholen om die te kunnen bezoeken. Het overtrof alle verwachtingen. Intussen zaten wij volop in de coronacrisis en de dienst cultuur kwam toen met een schitterend idee. ‘We zouden hierover een film moeten maken. Onze technici, allemaal toch wel erg beslagen mensen, zitten hier toch ook grotendeels technisch werkloos.’ Bert Vangoitsenhoven en Koen Stroobants hebben ons bij de realisatie uitstekend geholpen. De uren die zij vrijmaakten, zijn dagen geworden.”

Over die oorlogsperiode is er uiteindelijk veel bekend maar ook veel nog niet verteld. Hoe begin je aan zo’n project?

“Officiële instanties hebben het wat laten afweten. Er zijn zelfs grote musea waar we geen interview kregen en waar we zelfs niet mochten filmen. Gelukkig beschikken wij over interessante werken, zoals de boeken van Pieter Dewever en Luc Vandeweyer. Het stadsarchief is niet minder een bron van informatie. Met het netwerk hebben wij een draaiboek opgesteld dat start met een interview van stadsgids Gilbert Declercq. Wij hebben nog verschillende mensen kunnen spreken die als kind of jongvolwassene de oorlog van nabij nog hebben gekend, zoals Tienenaar Paul Kempeneers maar ook Herman Vanclooster, nu al jaren woonachtig in deze stad. De zaken die hij in zijn geboortestad meemaakte, hebben parallellen met Tienen. Met de medewerking van Samana Oplinter en de Vaderlandslievende Vereniging Kortenaken hebben wij verschillende getuigen in een panelgesprek kunnen verenigen. Met dank aan Gui Nijs om er een boeiend gespreksronde van te maken.

Het is uiteindelijk geen klassieke film geworden, vernemen wij?

“Dat zou te omslachtig zijn en ook weinig boeiend. Wij hebben verschillende items opgedeeld in mappen, zodanig dat die door verschillende doelgroepen kunnen worden bekeken en besproken worden. Zeker interessant voor de scholen. Zo heeft fotokring Artosa voor ons een fotomontage gemaakt die Paul en Gilbert becommentarieerden. Een zeer boeiende samenwerking mochten wij noteren met Museum 44 uit Meensel-Kiezegem. Verrassend was de ontdekking van een dagboekfragment van een Canadese piloot waarin hij zijn verblijf bij de familie Laudes in Oplinter beschrijft.”

Hoe zien jullie de toekomst van deze informatiebron?

“Scholen zijn ons belangrijkste doelpubliek, maar iedere inwoners kan er een gratis kopie van krijgen bij de dienst cultuur. Je moet daarvoor een niet gebruikte datastick (om virusverspreiding te vermijden) inleveren. Wij merken dat een artistieke vereniging als ART X mee op de kar springt en aangeeft hoe jongeren op een kunstzinnige manier hun gevoelens kunnen uiten na emotionele confrontaties. Wij hopen dat jonge dichters inspiratie vinden en zich geroepen voelen om te participeren aan de komende Julia Tulkens poëziewedstrijd.”