Stachanovistische opwelling

Cartoon

“Dat we daar niet eerder aan gedacht hebben!” Vijf en een half jaar trokken de schepen van Financiën en die van Economie zich de haren uit het hoofd om leegstaande winkelpanden in de binnenstad een nieuwe invulling te geven. Het wou echt niet lukken. Tot iemand vorige week de Tiense variant van het ei van Columbus bedacht: het invoeren van een aantrekkingspremie voor handel en horeca in de handelskern. 

Laat er geen twijfel over bestaan, de imposante paashaas voor de O.L.V.-ten Poelkerk moet inspirerend gewerkt hebben. In een vlaag van stachanovistische opwelling werd meteen een tweede luik aan het reglement toegevoegd.

Nieuwe handelaars, in het bijzonder de uitbaters van cafés en restaurants, zullen voortaan kunnen rekenen op een premie van 8.000 euro als ze zich in het hart van de stad installeren. Voor horecazaken wordt dat bedrag zelfs opgetrokken tot 12.000 euro, tenminste als ze hun zaak op de Grote Markt of de Veemarkt vestigen. Dit tot meerdere eer en glorie van het uitgangsleven op beide locaties. Met deze premies stimuleert en activeert het stadsbestuur de handelskern. Betekent dit nu pech voor reeds bestaande handelszaken? Toch niet, want met een tweede aantrekkingspremie wordt ingezet op het versterken van de handelskern door winkeliers en horecazaken aan te sporen te verhuizen naar de handelskern. Daar heeft de stad 6.000 euro en, indien het om een horecazaak gaat, zelfs 9.000 euro voor veil. Wie de stap zet, geniet bovendien drie jaar van vrijstelling van de promotaks. 

Het lijkt er nu wel op dat de stimulatiedrift van de schepenen helemaal is losgeslagen. Naast de aantrekkingspremies lanceren ze meteen een initiatief: 'De Tiense vitrine'. Mocht u met deze formulering een paniekaanval overkomen, weet dan de stad naar alle waarschijnlijkheid niet de Truiense Chaussée d’Amour wil beconcurreren. “Met deze nieuwe stap willen we de handelskern opwaarderen door een creatieve invulling te geven aan vitrines van leegstaande panden”, klinkt het. Knelt daar toch niet een beetje het schoentje? Hoe een creatieve invulling te interpreteren? 

Verouderde en ongebruikte panden in handelsstraten tasten het straatbeeld aan. Ze geven ze een verloederde indruk. Om daaraan te verhelpen, werpt de stad zich voortaan op als facilitator tussen eigenaars van leegstaande handelspanden en potentiële invullers daarvan, met de achterliggende gedachte een overeenkomst mogelijk te maken tussen eigenaars en huurders van een etalageruimte tegen een vergoeding van 200 euro per maand. De stad komt daarin voor 100 euro tegemoet. Snel zijn is de boodschap. De stad heeft een potje van 40.000 euro klaar liggen, maar niet voor iedereen. Handelszaken die overlast kunnen veroorzaken, zijn uitgesloten. Gokkantoren of interimbureaus zijn evenmin welkom.

Rik Poulman