Nieuw steunverleningskader moet zorgen voor objectieve - en gelijke manier van beoordeling steunaanvragen
Steunaanvragen aan het OCMW worden in Tienen voortaan op een objectieve en gelijke manier beoordeeld en klanten weten nu ook beter welke inspanningen van hen verwacht worden. Dat is te danken aan het feit dat de raad voor maatschappelijk welzijn een steunverleningskader heeft goedgekeurd.
Burgers kunnen financiële steun vragen bij het OCMW. De maatschappelijke werkers doen vervolgens een sociaal onderzoek en formuleren binnen de 30 dagen een advies dat ze voorleggen aan het bijzonder comité voor de sociale dienst (BCSD), dat bestaat uit politieke vertegenwoordigers die de steunaanvragen al dan niet goedkeuren.
Het nieuwe kader beschrijft op welke manier de beslissingen binnen het BCSD worden genomen en moet zorgen voor een objectieve - en transparante behandeling van de steunaanvragen, zoals vooropgesteld in het meerjarenplan van de stad.
“We streven naar een objectieve en gelijkwaardige behandeling van alle hulpverleningsvragen”, licht voorzitter van het BCSD Ine Tombeur (N-VA) toe. “Dit wordt grotendeels bepaald door de OCMW-wetgeving, maar er is ruimte voor interpretatie. Door dit kader vast te leggen, scheppen we duidelijkheid voor de klanten en hulpverleners.”
Bedoeling binnen het OCMW is voor elke Tienenaar eenmenswaardig bestaan te verzekeren en hem/haar te helpen integreren in de Tiense gemeenschap. “Voldoende kennis van het Nederlands en tewerkstelling zien we hierbij als twee belangrijke factoren. Wanneer iemand komt aankloppen voor steun, gaan we eerst na wat de behoeftigheid van de aanvrager is en of men aanspraak maakt op andere uitkeringen. Bij dit sociaal onderzoek verwachten we volledige medewerking en transparantie van de cliënt. Het hulpverleningskader legt vast hoe we omgaan met de grijze zones binnen de OCMW-wetgeving. Hierin staat bijvoorbeeld dat je je werkbereidheid moet aantonen als voorwaarde om een leefloon te krijgen. Dat is een ruim begrip. Wij verwachten dat de aanvrager zich inschrijft bij de VDAB, maar ook dat er voldoende inspanningen geleverd worden om effectief aan de slag te gaan. Zien we onvoldoende inspanningen, dan zijn er gevolgen voor de financiële ondersteuning. Dankzij dit kader weet de cliënt duidelijk voor welke steun hij bij het OCMW terechtkan en wat we van hem verwachten zodat hij op termijn terug op eigen benen kan staan. Want dat blijft het einddoel”, besluit Tombeur.