Tienen in verbeelding

Cartoon

Dichteres Julia Tulkens mag dan wel al meer dan een kwarteeuw het aardse bestaan hebben verlaten, deze ereburger van Landen, Linter en Tienen is nog lang niet vergeten. Haar eerste schrijfsels waren vrij onschuldig, maar met haar licht sensuele bundel Ontvangenis uit 1936 veroorzaakte zij enige consternatie in het toenmalige, en voor sommigen nog steeds katholieke Vlaanderen. Zij raakte persoonlijk bevriend met zowat iedereen die naam had als Nederlandstalige auteur in Vlaanderen en Nederland. Op culturele evenementen was zij een graag geziene gast. Eigenlijk was haar familienaam Boddaer, maar zoals gebruikelijk in die tijd nam ze de naam aan van haar man.

Tweejaarlijks leeft zij al een paar decennia verder in een poëziewedstrijd die naar haar vernoemd is en waarvoor iedere keer enkele honderden jongeren hun inspiratie tevoorschijn toveren hopend op waardering van de jury. De wedstrijd wordt beurtelings ingericht in Tienen, Landen en Linter, de drie gemeenten waar de dichteres tijdens haar leven woonde. Zoals elke keer zijn er verschillende categorieën die rekening houden met de leeftijd van de aspirant-dichters. Nieuw dit jaar is een wedstrijd voor personen die de opleiding Nederlands voor anderstaligen volgen aan de centra voor volwassenenonderwijs en voor anderstalige leerlingen uit de onthaalklassen voor anderstaligen. Alleen gedichten in het Nederlands komen voor de wedstrijd in aanmerking. Scholen kunnen in groeps- of klasverband inschrijven. Gedichten kunnen ingestuurd worden tot 16 februari 2024. De prijsuitreiking vindt plaats op 31 mei. De lange periode tussen de inzenddatum en de proclamatie wijst alleszins op een te verwachten toevloed aan gedichten.

Allicht is het niet geheel toevallig dat de jury uitgerekend in het pre-electorale verkiezingsjaar “verbeelding” als thema heeft gekozen voor de wedstrijd. Het kan de bij de pinken blijvende Tienenaar de voorbije maanden niet ontgaan zijn dat het de verkozenen des volks en zij die dat willen/hopen te worden niet aan verbeelding ontbreekt. Werkelijk karrenvrachten vol imaginaties worden op het kiezerspubliek losgelaten. De aandachtige Passe-Partoutlezer kan dit alleen maar beamen. Het mag bijgevolg enige verwondering baren dat er bij deze poëziewedstrijd geen aparte categorie in het leven werd geroepen voor politici/aspirant-politici. Het zou een nuttige oefening kunnen zijn om hun sprankelende ideeën op een dichtkunstige manier te laten uitdrukken. Wedden dat hun denkbeelden en ontboezemingen zo langer blijven nazinderen en mogelijk enige invloed hebben op de uitslag van de verkiezingen.

Rik Poulman