Kom alles te weten over de Leuvense colleges
De KU Leuven werd gesticht in 1425. Studenten kwamen uit alle windstreken en moesten ergens onderdak vinden. Ze kwamen terecht in colleges die gesticht werden door weldoeners, vaak professoren, oud-studenten, geestelijken of functionarissen aan de universiteit, die hun bezittingen voorbestemden om tot ver na hun dood te voorzien in kost en inwoning voor familieleden, streekgenoten of gewoon voor arme studenten. Bij het woord college wordt nu vooral gedacht aan een les, bijvoorbeeld een hoorcollege, maar vroeger was het een soort instelling, een gesloten geheel, een gemeenschap waar als familie zorg werd gedragen voor elkaar.
Edward De Maesschalck greep de coronaperiode aan om zijn verzamelde notities, die al jaren op de zolder lagen, opnieuw door te nemen, aan te vullen en te bundelen in het boek ‘Leuven en zijn colleges’.
Wat heb je gestudeerd, Edward?
Ik behaalde een doctoraat in geschiedenis aan de KU Leuven in 1977 (destijds met grootste onderscheiding), uitgerekend met een studie over de Leuvense colleges. Het overzicht bleef toen echter beperkt tot de eerste eeuw van de Leuvense universiteit. Ik hoopte destijds nog meer colleges te kunnen behandelen, maar mijn doctoraatsthesis kostte me al tien jaar werk en besloeg 1500 bladzijden.
Wat is je beroep?
Ik was eerst assistent geschiedenis in Leuven, maar schakelde in 1979 over naar de VRT, waar ik historische programma’s heb gemaakt over alle mogelijke onderwerpen, in de jaren 1990 maakte ik afleveringen voor ‘Ten Huize van’, een interviewprogramma met prominenten, en vanaf 1996 was ik programma-adviseur voor TV2, dat in 1998 werd herdoopt tot Canvas. Ondertussen ben ik gepensioneerd, maar fulltime werkzaam als auteur.
Hoe en wanneer is de passie voor het schrijven ontstaan?
Ik schreef mijn eerste boekje toen ik zes jaar was, het is dus wel een aangeboren passie. Ik heb altijd gepubliceerd over geschiedenis, maar maakte tussendoor ook het scenario voor een stripverhaal over Leuven, De wolf van Sint-Pieter, en een documentaire roman over de laatste levensjaren van mijn overleden echtgenote, Sterven is een kunst, 1996.
Heb je eerder al boeken uitgebracht?
Ik denk dat ik ondertussen een 20-tal boeken heb gepubliceerd. Vooral de reeks over de geschiedenis der Nederlanden was erg succesvol: ‘Graven van Vlaanderen’, ‘De Bourgondische vorsten’, ‘Oranje tegen Spanje’ en ‘Strijdtoneel van Europa’.
Was het makkelijk om een uitgeverij te vinden?
Ik publiceerde geregeld bij Davidsfonds, later bij De Standaard Uitgeverij en het boek over de Colleges bij Sterkendevreese, Katrien Devreese is een goede vriendin geworden in de tijd dat ze nog werkte bij het Davidsfonds. Ik moet echt nooit zoeken naar een uitgever.
Voor welke lezer is je boek bedoeld?
Het boek over de colleges is bestemd voor alle alumni van Leuven en in het bijzonder voor de Leuvenaars, die dagelijks die collegegebouwen in het stadsbeeld zien staan en zich afvragen hoe die er gekomen zijn en wat zich achter die gevels heeft afgespeeld. Aanleiding waren herhaalde vragen van Leuvense gidsen, die graag eens een collegewandeling wilden organiseren.
Wat mogen lezers verwachten van dit boek?
De lezer komt echt wel alles te weten over die colleges, wie de stichters waren, waarom ze werden gesticht, wie er heeft gewoond en onder welke omstandigheden, wanneer ze werden gebouwd en ook welke colleges het niet hebben overleefd. In het boek staan ook tientallen kaarten over de toestand vóór de Franse revolutie, toen de oude universiteit werd afgeschaft. De colleges van Leuven vormen een belangrijk deel van het Leuvense erfgoed-patrimonium.