Priester Jozef De Vroey wordt ereburger van stad Aarschot, zijn hele leven getuigde hij over Duitse slachtpartij in WO

Jozef

De stad Aarschot zal op 16 maart priester Jozef De Vroey ereburger maken van de stad. De Vroey legde zijn hele leven getuigenissen af van de gebeurtenis die zijn leven zwaar tekende, met name de moordpartij die de Duitsers aanrichtten onder de Aarschottenaars op 19 augustus 1914. Hij overleed in 1999.

“Hij wilde dat wij, zijn stadsgenoten, die dag in ons collectieve geheugen zouden prenten en er lessen zouden uit trekken. Wat hij vertelde, wil ik en moeten wij voortaan vertellen”, schreef Raskin op musuem-aarschot.be.

De grote ellende in Aarschot begon toen kolonel Stenger werd neergeschoten toen hij op het balkon stond van de woning van burgemeester Tielemans aan de Grote Markt waar hij zijn intrek had genomen.

Ook al bleek later dat hij werd doodgeschoten door één van zijn eigen mensen was de wraak niet min, de nacht die volgde was er één van vernieling en dood.

De Vroey maakte de nachtmerrie van nabij mee, hij was toen een jongen van twee jaar oud.

78 gevangenen werden over een gracht naar een weide geduwd waar de Duitse bezetters voor een gruwelijke moordpartij zorgden, drie mannen konden vluchten.

Ook elders werden er toen nog heel wat mensen vermoord, ook de vader van Jozef overleefde de wraakactie niet, zijn moeder stierf toen hij tien was en daarna werd hij opgevoed door een tante en een oom.

Hij werd priester-leraar in Antwerpen en Leuven en schreef een boek over het oorlogsdrama, aan het einde van dat boek schreef hij een brief aan de Duitsers waarin hij hen vertelde dat zijn geloof hem dicteerde te vergeven en te vergeten.

De Vroey ijverde voor een kerk die gebouwd moest worden op de plaats van de tragedie, dat werd de Sint-Rochuskapel.

Tijdens de academische zitting op 16 maart, om 15 uur, met gastsprekers Gwendolyn Rutten, Brigitte Raskin en Walter De Vroey, wordt ook het boek Jozef De Vroey, een leven getekend’ voorgesteld.