"Een maand vaderschapsverlof voor voltijds werkende, twee maanden voor deeltijdse: dat kan toch helemaal niet?"

Baby

Een regeling die de Vlaamse regering recent heeft opgelegd aan de lokale besturen, heeft tot gevolg dat terwijl een voltijdse medewerker van een gemeente of OCMW na de geboorte van een kind als vader of partner van de moeder een maand kan thuis blijven bij de baby, een halftijdse medewerker in dezelfde situatie twee volle maanden kan thuisblijven. Het schepencollege van Holsbeek heeft Vlaams minister van Binnenlands Bestuur Bart Somers (Open Vld) aangeschreven over deze situatie. "De situatie is niet alleen zeer vreemd, maar houdt ook een flagrant ongelijke behandeling van de medewerkers in", klinkt het.

"Wij vinden het belangrijk dat deeltijdse medewerkers gelijkberechtigd worden, maar een regel die voltijdse medewerkers discrimineert, dat kan toch evenmin de bedoeling zijn", zegt Hans Eyssen, schepen van Personeelszaken (CD&V). "Dergelijke discriminatie vinden wij alleszins absoluut niet kunnen."

De oorzaak ligt in een regel betreffende de toepassing van het omstandigheidsverlof, die in het Besluit Vlaamse Regering van 20 januari 2023 betreffende de rechtspositie van het personeel van de lokale besturen is geslopen. Uit die bepaling in artikel 51 van het BVR volgt, dat voor het in werkdagen uitgedrukte omstandigheidsverlof geen omrekeningsregels mogen worden vastgesteld voor personeelsleden met een specifieke arbeidsregeling. 

Wat betekent dit? 

Het omstandigheidsverlof is ontstaan als een regeling waarbij een werknemer naar aanleiding van een bepaalde gebeurtenis, zoals de geboorte van een kind, een communiefeest, het overlijden van een naaste, het huwelijk van een familielid,… een dag verlof krijgt om te vieren, respectievelijk deel te nemen aan de rouwplechtigheid. 

Deze vorm van omstandigheidsverlof op een specifieke dag vormt vandaag evenwel niet meer de meerderheid van het omstandigheidsverlof, maar slechts een kleine minderheid. In de loop der jaren is het omstandigheidsverlof steeds meer meerdaagse verloven gaan omvatten. Denk maar aan: 

  • Huwelijk of wettelijke samenwoning van de medewerker: vier werkdagen 
  • Overlijden van de samenwonende of huwelijkspartner, van een kind van de medewerker, kind van de partner of pleegkind: tien werkdagen 
  • Overlijden van een ouder, stiefouder, schoonzoon of schoondochter, schoonzoon of schoondochter van de partner: vier werkdagen 
  • Bevalling van de echtgenote of samenwonende partner: tien werkdagen, vanaf dit jaar op te trekken naar 20 werkdagen. 

In vele gevallen is ook voorzien dat de werknemer zelf kan kiezen op welke dagen hij dit verlof opneemt, binnen een ruime periode, vaak zelfs van vier maanden. 

Wanneer men dit aantal werkdagen verlof toekent, rekening houdend met het gemiddeld aantal gewerkte uren per werkdag, zoals de gemeente Holsbeek en tal van andere lokale besturen doen, en zoals ook in de privésector zeer gebruikelijk is, worden medewerkers met een verschillende uurregeling gelijk behandeld. 

  • Bij het overlijden van een partner of kind kan elke medewerker twee weken thuis blijven, ongeacht of hij voltijds of deeltijds werkt, en ongeacht of hij bv. als halftijdse medewerker vijf halve dagen per week werkt dan wel 2,5 dag per week of de ene week drie dagen en de volgende week twee dagen. 
  • Bij het overlijden van de vader of moeder kan elke medewerker van maandag tot donderdag thuis blijven en op vrijdag terug komen werken; ongeacht of hij voltijds of deeltijds werkt, en ongeacht of hij bv. als halftijdse medewerker vijf halve dagen per week werkt dan wel 2,5 dag per week of de ene week drie dagen en de volgende week twee dagen. 
  • Bij het ‘vaderschapsverlof’ van 20 dagen (bevalling van de partner) kan elke medewerker ruwweg een maand thuis blijven, ook hier ongeacht zijn contract en arbeidsregime. 

"Indien hetzelfde aantal werkdagen verlof toegekend wordt in voltijdse dagen, vrij te kiezen en zonder rekening te houden met het gemiddeld aantal gewerkte uren per werkdag, ontstaat een flagrant ongelijke behandeling tussen de medewerkers van het lokaal bestuur", meent Eyssen.

  • Bij het overlijden van een partner of kind kan een voltijdse medewerker twee weken thuis blijven. Daarna moet hij terug komen werken. Hetzelfde geldt voor een deeltijdse medewerker die gedurende vijf dagen per week een gelijk aantal uren per dag werkt.

    Een halftijdse medewerker die volgens zijn normale arbeidstijdregeling de ene week drie dagen werkt en de volgende week twee dagen, kan in deze regeling vier weken thuis blijven.

     
  • Bij het ‘vaderschapsverlof’ van 20 dagen (bevalling van de partner) kan een voltijdse medewerker ruwweg een maand thuis blijven. Daarna moet hij terug komen werken.

    Een halftijdse medewerker die volgens zijn normale arbeidstijdregeling de ene week drie dagen werkt en de volgende week twee dagen, kan in deze regeling twee maanden thuis blijven. 

"Het is aan een voltijdse medewerker die tijdens het voorbije Pinksterweekend kersvers vader geworden is, onmogelijk uit te leggen dat op 26 juni zijn vaderschapsverlof opgebruikt is en hij op dinsdag 27 juni terug moet komen werken, wanneer zijn halftijdse collega die in hetzelfde weekend vader geworden is, een maand langer bij zijn kindje kan blijven en pas op woensdag 27 juli terug op het werk verwacht wordt", zegt Hans Eyssen, schepen van Personeelszaken. 

"Het schepencollege van Holsbeek begrijpt niet dat de Vlaamse regering dergelijke flagrant discriminerende regel heeft opgelegd aan de lokale besturen, en vraagt dan ook dat dit heroverwogen wordt", zo luidt het besluit.

Lees meer over