Tienen valt uit de boot en krijgt geen steun van regering: "Wij hebben ook teveel mensen van verschillende afkomsten"

Tiense burgemeester Jonathan Holslag (DURF) stoort zich aan het feit dat de Vlaamse regering bijkomend enkele miljoenen euro's zal uittrekken om enkele steden in de Denderstreek extra te ondersteunen om om te gaan met de zogenoemde grootstedelijke problematieken en hun centrumfunctie op vlak van mobiliteit, zo laat hij blijken op zijn sociale media. Tienen komt daar niet in de kijker.
De burgemeester vindt dat Tienen daar ook recht op heeft omdat, zo zegt hij, er in Tienen ook veel mensen van verschillende afkomsten wonen en de nood evenzeer aanwezig is. De burgemeester gunt de andere gemeenten de steun die ze krijgen maar kijkt ook naar zijn eigen stad. “Ik vraag me af waarom die steun specifiek beperkt blijft tot de Denderstreek. Ook in onze streek hebben steden, zoals Tienen, een cruciale functie als mobiliteitshub. Ons station heeft meer reizigers en wellicht ook Brussel-reizigers dan bijvoorbeeld Geraardsbergen. Op het vlak van niet-Europese geboortenationaliteit zit Tienen met 14 procent nu al dicht bij het gemiddelde van de vier subsidiegemeentes in de Denderstreek. De niet-Europese migratie vanuit Brussel naar Tienen, ook een criterium in de toewijzing, groeide de afgelopen jaren sneller naar onze stad toe. “
Volgens Holslag ligt ook het percentage leefloners in Tienen hoger dan het gemiddelde in de vier Dendersteden en dat is een extra argument. “Ongeveer 27 procent van de Tiense leerlingen in het lager onderwijs spreekt thuis geen Nederlands en de schooluitval ligt in Tienen in het middelbaar hoger dan in de vier Dendersteden.”
Dat de gemeentemonitor aangeeft dat 40 procent van de Tienenaars vindt dat er teveel verschillende herkomsten zijn vindt de burgemeester een extra argument. “In de vier Dendergemeenten die subsidies krijgen voor de grootstedelijke problematiek, is dat 39 procent. We willen ons met dit bestuur heel hard inspannen om onze maatschappelijke verantwoordelijkheid op te nemen. We willen ook onze rol als mobiliteitsknooppunt ernstig nemen. Maar het lijkt me wel tijd om te onderzoeken of we de subsidies voor grootstedelijke uitdagingen alvast niet wat moeten aanpassen aan nieuwe realiteiten. Het Brussel-effect blijft immers niet beperkt tot de Dender”, besluit Holslag.