Hageland herdenkt tragedies Eerste Wereldoorlog, Aarschot werd zo goed als volledig afgebrand

Hulde Hageland

In het Hageland werden de voorbije dagen weer meerdere gruwelijke momenten uit de Eerste Wereldoorlog herdacht. In Glabbeek legde burgemeester Peter Reekmans (Dorpspartij) een bloemenkrans neer om de 30 soldaten van het Belgische 22ste Linierregiment te herdenken die sneuvelden tijdens gevechten op de Schaffelberg in Bunsbeek, in Aarschot herdacht burgemeester Gwendolyn Rutten (Open Vld) het feit dat de stad volledig in brand gestoken werd en er ruim 150 burgers werden vermoord.

Op 18 en 19 augustus 1914 werden in Glabbeek dertig soldaten van het Belgische 22ste Linieregiment gedood tijdens gevechten op de Schaffelberg in Bunsbeek en in een massagraf begraven. 

16.000 Duitsers tegenover 2223 Belgische soldaten

“Het 22ste Linieregiment bestond uit 41 officieren en 2.182 soldaten en richtte meerdere grote - en kleine wachtposten, zogenaamde Grandes Gardes en Petit Posts, op. Vooral de locatie in Schaffelberg werd strategisch gekozen, omdat men van daaruit een goed zicht had op de komst van de Duitse troepen vanuit Oplinter. Tegenover hen stonden ruim 16.000 Duitse manschappen tegenover 2.223 Belgische soldaten. Dinsdag 18 augustus 1914 was een snikhete dag, op de middag barstte de strijd los op de Schaffelberg. De Duitse overmacht van 7 tegen één was te groot en om 15.30 uur werd de Schaffelberg ingenomen door de Duitsers, nadat er 30 Belgische soldaten sneuvelden en er vele gekwetsten vielen. Die dag sneuvelden in deze streek maar liefst 1.250 soldaten en 23 officieren of de helft van het Belgische 22ste Linieregiment. De 30 Belgische soldaten, die in Bunsbeek sneuvelden, werden in een massagraf onder de Grote Linde in de Lindestraat in Bunsbeek begraven. Naast de gesneuvelde Belgische soldaten werden er in Bunsbeek door de Duitsers ook 5 burgers doodgeschoten, maar liefst 20 huizen in brand gestoken, de kapel in Boeslinter werd afgebrand en ruim 126 woningen werden geplunderd. Vijf ondergedoken Belgische soldaten werden op 19 augustus 1914 in een tuin in Bunsbeek overmeesterd en gedood”, weet Reekmans.

Ook in deelgemeente Kapellen werden er door de Duitsers twee burgers gedood en 4 woningen en een windmolen in brand gestoken. In deelgemeente Attenrode-Wever werden op 19 augustus 1914, na een treffen van een Belgische achterwacht te Attenrode met Duitse Ulanen, 2 Belgische soldaten gedood. “Hierna werden door de Duitsers 6 onschuldige burgers gefusilleerd en staken ze uit vergelding 19 huizen in brand. Onder de burgerslachtoffers viel ook schepen Lambert Vanstockstraeten van de gemeente Attenrode-Wever. “, zegt Reekmans die veel belang hecht aan de herdenkingen.

Lees meer onder de foto. 

Hulde
Burgemeester Reekmans nam bewust zijn dochter mee omdat de volgende generatie het ook niet zou vergeten

Ook eigen dochter meegenomen naar herdenking

“Met Glabbeek Herdenkt is het een jaarlijkse traditie geworden om met het gemeentebestuur de slachtoffers van WO I te herdenken met een bloemenhulde. Niet alleen op 11 november, maar ook op de dagen dat er in de geschiedenis van ons dorp tragische gebeurtenissen plaats vonden. Dit jaar legde ik opnieuw, samen met mijn dochtertje van 8 jaar, een bloemenkrans neer omdat ze op een leeftijd is gekomen dat ze op school over de oorlogen begint te leren. Het is belangrijk om onze allerjongste inwonertjes bij deze herdenkingen te blijven betrekken zodat zij in de toekomst ook de geschiedenis van ons dorp blijven onthouden en herdenken.”

Lees verder onder de foto. 

WO
Ook het Aarschots gemeentebestuur herdacht de tragische gebeurtenissen van weleer.

Ook Aarschot deelde zwaar in de klappen

Ook Aarschots burgemeester Gwendolyn Rutten herdacht de tragische gebeurtenissen in de stad tijdens de oorlog. “Vandaag herdenken we de bloednacht uit de Eerste Wereldoorlog. Onze stad stond in brand en onschuldige burgers werden kansloos vermoord door de vijandige troepen. De bloedige augustusdagen van 1914 maakten van Aarschot voor altijd een martelarenstad en dat zullen we nooit vergeten”, zegt ze op sociale media.

"Toen de Eerste Wereldoorlog uitbrak, was Jozef Tielemans bijna zes jaar burgemeester. Hij had het niet zien komen en hoopte tot op het laatste moment dat alles rustig zou blijven in Aarschot. In aanplakbiljetten en ordonnanties had hij de bevolking opgeroepen om gewillig te zijn en de Duitse troepen te laten passeren. Zelfs toen de gevechten net buiten de stad in alle hevigheid losbarstten, dacht hij dat het allemaal goed zou komen. Op woensdag 19 augustus 1914 trokken de Duitsers de stad binnen. Tielemans ging met de vijand aan tafel zitten en onderhandelde een akkoord voor een vreedzame doorgang door de stad. Voor elke Duitse soldaat die zou sneuvelen in Aarschot, moesten 3 vooraanstaande inwoners van de stad het met hun leven bekopen.”

Lees verder onder de foto. 

WO
Aarschot eerde evenzeer hun doden die sneuvelden tijden WOI.

Na dood Generaal-Majoor brak hel los

De hel brak los toen General-Majoor geraakt werd door een kogel wanneer hij op het balkon stond . “Hij kreeg een kogel in het gezicht en in zijn borst en stierf ter plaatse. Zonder onderzoek of nadenken werd het oordeel geveld. Aarschot had de generaal vermoord en zou daarvoor boeten. In een mum van tijd werden alle burgers van de straten rondom de markt uit hun huizen gedreven en verzameld op de Grote Markt. Vrouwen en kinderen werden uit hun kelders gesleurd, ouderen en gebrekkigen moesten volgen. De mannen werden apart gehouden. Huizen werden geplunderd en in brand gestoken. De stad stond in lichter laaie”, weet de burgemeester.

Zware tol 

Tegen de avond werd een eerste groep van 75 mannen de stad uit gedreven. Iets buiten het centrum werden ze in koele bloede geëxecuteerd aan de Leen, op de weg naar Leuven. In de chaos van de executie kon een enkeling ontsnappen, maar de meesten werden geraakt en vermoord. “Wie niet meteen dood was, stierf die nacht kermend in het massagraf.”

Nog was de woede van de Duitsers niet bekoeld want voor de dood van de Duitse Generaal-Majoor zouder er een veelvoud aan Aarschotse levens volgen. “In de vroege ochtend van 20 augustus 1914, tussen 7 en 8 uur ’s morgens, werden Jozef Tielemans, zijn zoon Louis en zijn broer Emiel in een schijnproces ter dood veroordeeld. Ze schreeuwden hun onschuld uit, maar het mocht niet baten. Ook de getuigenis in het voordeel van de burgemeester van Achiel Claes, van de oppositie nota bene, haalde niks meer uit. Met een grijnslach antwoordden de Duitsers dat ze er alle drie aan moesten geloven. Spaar alstublieft de burgers van Aarschot, vroeg de burgemeester maar ook dat haalde niks uit. Tielemans en zijn broer werden voor een vuurpeleton van 16 soldaten geplaatst. Tussen hen stond zoon Louis,  amper 15 jaar jong. Ze kregen allemaal drie kogels in het hoofd”, gaat Rutten verder.

En nog volstond de wraak niet want daarna volgden nog heel wat burgers. “Die stonden in rijen met hun rug naar de soldaten. Elke derde man werd in de rug geschoten en voor dood in het massagraf gegooid. In totaal werden 29 jongens en mannen vermoord. Daarna moesten burgers de doden begraven.”