Agressie tegen VDAB-medewerkers in Vlaams-Brabant: "Diest is een probleemzone"

Illustratiebeeld.

Vlaams parlementslid Ine Tombeur (N-VA) uit Tienen slaat alarm over de stijgende agressiecijfers tegenover medewerkers van de VDAB. 

Volgens cijfers van Vlaams minister van Werk Zuhal Demir (N-VA) waren er in 2024 maar liefst 435 meldingen van agressie in Vlaanderen, waarvan 38 in Vlaams-Brabant. “Deze cijfers zijn onaanvaardbaar. Het is diep verontrustend dat mensen die anderen naar werk begeleiden, geconfronteerd worden met agressie. Dit vraagt om een kordate aanpak”, zo stelt Tombeur.

Plaatsen zoals Vilvoorde (acht meldingen), Heverlee (zes meldingen), Diest (zes meldingen), Leuven (vijf meldingen) en Halle (vier meldingen) springen in het oog. De stijging van agressiemeldingen is een trend die zich al enkele jaren doorzet. Sinds 2022 zijn de cijfers verdubbeld, van 219 meldingen toen, naar 435 in 2024. Naast de meldingen van agressie ligt ook het aantal politie-interventies hoog. In 2024 moest de politie 41 keer tussenkomen, een stijging van bijna 90% ten opzichte van 2022, toen er 18 interventies waren. Vooral Heverlee, Vilvoorde en Halle blijken probleemzones. 

De VDAB zelf blijft investeren in de veiligheid van haar medewerkers. In 2024 volgden 513 personeelsleden een fysieke of digitale training rond omgaan met agressie, en voltooiden 1025 medewerkers online modules. Toch is er volgens Tombeur nood aan bijkomende maatregelen. “Het actieplan van de VDAB, dat inzet op preventie, is een stap in de goede richting. Toch moeten we ook denken aan strengere sancties voor daders van agressie. Onze bemiddelaars verdienen een veilige werkomgeving”, zo klinkt het verder.

Volgens Tombeur raken de stijgende agressiecijfers niet alleen de VDAB, maar ook de samenleving als geheel. “We moeten ons afvragen wat deze cijfers zeggen over respect en verdraagzaamheid. Het is cruciaal dat we als samenleving een duidelijk signaal geven: agressie wordt niet getolereerd. Ik roep de minister op om de effectieve uitvoering van het actieplan te garanderen en bijkomende maatregelen te nemen”, zo eindigt het Vlaams parlementslid haar betoog.