“Willen warmste dorp worden tijdens de Warmste Week”
“Wij doen dit uit solidariteit met alle coronaslachtoffers en als respect voor al diegenen die zich dag in dag uit inzetten in de frontlijn tegen dit virus”, zegt schepen Hilde Holsbeeks. “Wij sluiten hiermee aan met de acties van de warmste week (studio Brussel) en #zorgvoorlicht van HLN en VTM. Samen met dit lichtpakket krijgen alle inwoners ook een nieuwsbrief om iedereen de weg te wijzen naar alle mogelijke hulpverlening bij financiële en mentale problemen. Waken over het welzijn van alle inwoners is een belangrijke eigenschap van een warm dorp.”
Elk jaar ondersteunt de gemeente als warm dorp een goed doel. Dit jaar kiest het om licht in het dorp te brengen tijdens deze donkere periode. “Wij willen achter zoveel mogelijk ramen een symbolisch lichtje aansteken om iedereen die op welke manier dan ook tijdens de coronacrisis getroffen wordt, een hart onder de riem steken. We willen op deze manier één van de warmste dorpen van Vlaanderen worden en verwachten dat zoveel mogelijk inwoners meedoen met deze solidariteitsactie door deze lichtlantaarn elke dag tussen 18 u. en 22 u. aan te steken tijdens de warmste week. Ook als is dit een klein gebaar, toch zal deze actie licht en warmte brengen onder al onze inwoners”, meent de schepen.
Samen met de lichtlantaarn krijgt iedereen een nieuwsbrief waarin heel wat nuttige informatie zit. Nog steeds zijn er in de gemeente heel wat mensen die moeilijk bereikt kunnen worden. “Daarom willen we in deze persoonlijke nieuwsbrief inwoners die het tijdens deze ongeziene crisis op één of andere manier financieel of mentaal moeilijk hebben, bijstaan met raad en daad door hen de weg te wijzen naar onze dienstverlening en nuttige instanties waar men hulp kan vragen”, voegt OCMW voorzitter Tom Struys eraan toe. “We stellen nog steeds te vaak vast dat heel wat mensen de weg naar noodzakelijke hulpverlening veel te weinig of zelfs vaak niet kennen. Naast de solidariteitsactie is het voor ons als beleid enorm belangrijk om te investeren in een warm dorp waarbij we geen enkele inwoner vergeten.”