Frietjes voor zorgsector en 12 vrachtwagens hulpgoederen naar overstroomde gebieden, dat deed schepen Hilde Holsbeeks

Olli's

Het personeel en de bewoners van campus Delacroix in Tienen, een instelling voor zieke kinderen en zij met een beperking, werden op donderdag 30 december getrakteerd op frietjes, we zijn tenslotte allemaal Belgen. Het intitiatief kwam van Glabbeeks schepen Hilde Holsbeeks (Dorpspartij) die al wel meer initiatieven voor het goede doel op het getouw zette. “Alles samen hebben we al 12 vrachtwagens aan hulpgoederen naar de gebieden gebracht die getroffen werden door de watersnood half 2021.”

Eigenlijk kwam het idee voor de frietjes niet meteen van de schepen maar eerder van de kindergemeenteraad. “Die organiseert jaarlijks een actie voor het goede doel. Dit jaar verkochten ze kerstkaarten ten voordele van de Stichting Delacroix. Ze vonden ook 2 frituren, met name Olli’s Buikje Vol en Boerrekefrit, die bereid waren om frietjes te komen bakken of het initiatief te sponsoren. We waren al een tijdje aan het denken om iets te doen voor het zorgpersoneel daar. Eerder stonden we met zijn allen te applaudisseren, later plaatsten we ook beertjes voor onze ramen, maar intussen is het enthousiasme wat vermindert, deze mensen zetten nochtans elke dag hun beste beentje voor en verdienen onze appreciatie.”

Lees verder onder de foto. 

Friet
Frietjes bakken voor het goede doel.

Corona sloeg ook toe bij de stichting

De voorbije maanden kreeg de stichting ook af te rekenen met het coronavirus, op een bepaald moment waren meerdere mensen besmet zodat die elders moesten worden gehuisvest. “Dit was niet alleen stresserend voor de bewoners maar ook voor de verzorgers. Dankzij de samenwerking van twee frituren konden we hen vandaag allemaal in de frietjes zetten. We hebben voor 220 mensen frietjes en curryworsten gebakken”, vertelt Holsbeeks die de voorbije maanden wel meer initiatieven ontwikkelde voor het goede doel.

Sommige beelden zijn moeilijk te vergeten 

Zo organiseerde ze hulpkonvooien voor de overstroomde gebieden in het zuiden van het land. “Eerst trokken we naar Trooz, dan naar Pepintster en vervolgens probeerden we te helpen waar we konden. In totaal hebben we intussen zo’n 12 camions vol hulpgoederen afgeleverd. Er zijn beelden die je niet vergeet. Ik reed voor het eerst mee op 21 juli en het contact dat je hebt met de lokale bevolking is echt hartverwarmend. Het is ook sterk hoe mensen vooral begaan zijn met hun naasten, wanneer we appelsienen uitdeelden, namen velen er maar eentje, ze wilden ervoor zorgen dat er voldoende voorraad overbleef voor de anderen. Ze vertelden ons ook dat we elders meer nodig waren want dat daar mensen nog veel meer nood hadden aan hulp, dat is toch wel sterk. Een ander beeld dat me bij blijft zijn de kinderen die ik zag spelen in de modder.”

Even afwachten 

Op 10 januari vertrekt er nog een hulpkonvooi, voorlopig het laatste. “We wachten even af om te kijken wat mensen nog nodig hebben. Als het moet, staan we in elk geval klaar. Het doet me ook deugd om te zien dat mensen uit de regio zoveel samenbrachten zodat we daar konden gaan helpen”, gaat Holsbeeks verder die het gesprek moet beëindigen omdat ze met 12 kinderen uit de regio heeft afgesproken om deel te nemen aan een kinderzoektocht. “Anderen helpen kreeg ik met de paplepel ingelepeld. Mijn papa zei me altijd dat je niets bent als je alleen op de wereld staat. Zonder familie en/of vrienden ben je niets, dat zal ik nooit vergeten.”

Hilde Holsbeeks
Schepen Hilde ging ook helpen in de overstroomde gebieden.